EMDR
EMDR staat voor Eye Movement Desensitization and Reprocessing. Het is een erkende en wetenschappelijk onderzochte benadering die werd ontwikkeld door Dr Francine Shapiro. Waar EMDR vroeger vooral bekend werd voor de behandeling van trauma, wordt er tegenwoordig ook meer en meer onderzoek uitgevoerd naar andere menselijke problemen zoals angst, dwang, verslaving, burn-out, depressie en psychose.
EMDR vertegenwoordigt een specifieke methode dat kan begrepen worden binnen een ruimer theoretisch model, ‘Adaptive Information Processing’ (AIP) genaamd.
Deze term verwijst naar een aangeboren capaciteit van het brein om moeilijke levenservaringen te verwerken en te komen tot een adaptieve oplossing. Zoals het lichaam zichzelf herstelt van fysieke wonden. Het AIP-model zegt dat het informatieverwerkingssysteem van de hersenen geblokkeerd kan geraken als gevolg van een psychisch trauma en dat specifieke methoden, zoals EMDR, katalysator kunnen zijn voor een effectieve informatieverwerking die leidt tot een snelle en adaptieve verwerking van het trauma.
Herinneringen, die op een dysfunctionele manier zijn opgeslagen, liggen aan de basis van pathologie. Hierbij zijn aspecten van de traumatische beleving op zintuigelijk, lichamelijk, emotioneel of cognitief vlak opgeslagen in dysfunctionele geheugennetwerken. EMDR maakt het mogelijk hiertoe toegang te krijgen en te zorgen voor een aangepaste informatieverwerking zodat de dysfunctionele opgeslagen herinneringen alsnog worden verwerkt en op bewust niveau toegankelijk worden zonder dat ze nog een emotionele lading oproepen.
Het voordeel van EMDR ligt in de snelheid en de efficiëntie van de behandeling. Maar eveneens in de resultaten die ook na lange tijd blijvend zijn, en het rekening houden met zowel gedachten als gevoelens.
EMDR induceert neurobiologische mechanismen die de activatie van de niet-verwerkte herinneringen vergemakkelijken en de verwerking bevorderen.